Geschiedenis van mentale gezondheid

Waarom de geschiedenis van mentale gezondheid mij zo interesseert? Misschien omdat hoe meer ik ontdek over mijn familiegeschiedenis, hoe meer me duidelijk wordt hoe problemen op dit gebied de levens van de generaties voor mij hebben getekend. Misschien omdat de interviews die ik in mijn vorige leven als tekstschrijver deed met professionals in de ggz en hun cliënten me duidelijk maakten dat dat voor heel veel mensen zo moet zijn. En omdat het mij fascineert hoe wij door de geschiedenis heen steeds weer anders aankijken tegen psychische en psychiatrische problemen, de mensen die hiermee moeten dealen, en de mensen om hen heen. En die mensen, dat zijn wij allemaal – zo maken de hedendaagse statistieken wel duidelijk.

De Open Universiteit geeft mij de bijzondere kans om promotieonderzoek te doen naar de beweging van naasten van mensen met ernstige mentale problemen in de tweede helft van de 20e eeuw. Naasten zijn in de psychiatrie decennialang beschouwd als de oorzaak van bijvoorbeeld schizofrenie en autisme, met name de “overbeschermende” of juist “kille” moeder. Met de kritische beweging in de psychiatrie van de jaren 60 en 70, ook wel bekend als de “anti-psychiatrie”, kwam ook de cliëntenbeweging op, in eerste instantie gesticht en gevoed door naasten. Begin jaren 80 ontstond een aparte naastenbeweging die opkwam voor de belangen van naasten zelf.

Nog steeds zetten organisaties als Ypsilon en Naasten Centraal zich in voor naasten van mensen met mentale problemen. Met mijn onderzoek wil ik de stem van naasten in de 20e-eeuwse geschiedenis van de psychiatrie naar boven halen en laten zien waar hun beweging in geworteld is.