Geschiedenis over grenzen

By on 12 december 2018, in Geschiedenis van psychiatrie en verslaving

De geschiedenis van de psychiatrie is bij uitstek een transnationale geschiedenis. Sinds de uitvinding van hun vak een eeuw of twee geleden hebben psychiaters altijd over de grenzen heen kennis en ervaring uitgewisseld. Maar ook patiënten en hun familieleden inspireerden elkaar van land tot land. De Nederlandse cliëntenbeweging was in de jaren zeventig bijvoorbeeld een veelbestudeerd voorbeeld voor kritische patiënten in het buitenland. En de naastenbeweging in Europa zette eind jaren tachtig een belangrijke stap toen familieorganisaties uit tien landen hun krachten bundelden om internationaal te strijden voor een betere positie voor naasten van psychiatrisch patiënten.

Ik geef toe, deze internationale dimensies had ik niet meteen op mijn netvlies toen ik dit voorjaar aan de Open Universiteit begon aan mijn promotieonderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse naastenbeweging in de psychiatrie tussen 1960 en 2000. Maar de aankondiging van de workshop “Psychiatry in the 19th and 20th century from a transnational perspective” aan de Universiteit van Luxemburg bracht me op het idee om in mijn onderzoeksplan ook ruimte te maken om over de grenzen te kijken. Om de kunst af te kijken bij collega’s uit binnen- en buitenland, bezocht ik op 21 en 22 november de workshop.

Valkuilen van transnationale geschiedschrijving

Keynotespeaker Waltraud Ernst (Oxford Brookes University) opende met een kritische beschouwing van valkuilen die op de loer liggen bij elke transnationale geschiedschrijving van de psychiatrie. Ze wees bijvoorbeeld op de neiging om de psychiatrie van een bepaald land op een bepaald moment te reduceren tot een eenduidig stelsel van wetenschappelijke kennis, terwijl er gewoonlijk juist verschillende opvattingen tegelijk spelen. Opvattingen waarachter een politieke machtsstrijd schuilgaat, en waarbij je dus alert moet zijn op zowel het dominante discours als het verzet daartegen. Die ideeënstrijd is precies de kern van mijn onderzoek.

Hoe kennis reist

De casestudies die volgden lieten op allerlei manieren zien hoe kennis reist. Dat was letterlijk het geval in de presentatie over de internationale tournee van kinderpsychiater John Bowlby door Frank van der Horst (Erasmus Universiteit Rotterdam) en Karin Zetterqvist Nelson (Linköpings Universitet). Bowlby’s hechtingstheorie was er kort door de bocht gezegd medeverantwoordelijk voor dat ook Nederlandse moeders decennialang de schuld kregen van autisme, drugsverslaving of schizofrenie bij hun kinderen. Wendy Gonaver verraste met haar analyse van hoe de slavernij in bepaalde opzichten model stond voor de ontwikkeling van gestichten in Amerika in de periode rond de burgeroorlog – een stimulans om ook over de grenzen van instituties alert te blijven op wederzijdse invloeden. Matt Savelli (McMaster University) analyseerde Joegoslavië als scharnierpunt tussen de Westerse en Oost-Europese psychiatrie. Hij oogstte bewondering voor de manier waarop hij een draai gaf aan het in dit onderzoeksterrein nog altijd vertrouwde Westen als centrum en de rest van de wereld als periferie.

History from below?

Door de variatie in thema’s en aanpak was de workshop een bron van inspiratie voor wie zelf aan de slag wil met het transnationale perspectief in de geschiedenis van de psychiatrie. Toch miste ik één belangrijke invalshoek. Van oudsher draait het in de geschiedschrijving van de psychiatrie vooral om dokters, klinieken en behandelmethoden. En nog steeds komt het perspectief van patiënten (laat staan hun naasten) daarin weinig aan bod. Ook in deze workshop ontbrak het. In dat verband trof mij een citaat uit de interessante presentatie van organisator Eva Andersen (Université du Luxembourg) over het 19e-eeuwse internationale debat rond de non-restraintmethode, het kalmeren van psychiatrische patiënten zonder gebruik van boeien en dergelijke. Met dank aan Eva citeer ik deze psychiater in het oorspronkelijke Nederlands:

“Mij schrikken die naakte vrijen, die ik meermalen in isoleerkamers zag, meer af dan dat onschuldige dwangbuisje, ’t welk ongetwijfeld zachter drukt dan vleeschlijke teugels, die de telkens geïrriteerde verplegers de storende zieken aanleggen.”

Wat had ik ergens in de workshop daar ook graag een perspectief from below tegenover gezien! Ik beschouw het maar als een extra aanmoediging om in mijn eigen onderzoek te blijven streven naar het combineren van alle relevante perspectieven: die van de naaste, de patiënt, de hulpverlener en de samenleving.

Dit blog verscheen eerder op historici.nl