
De roots van de cliëntenbeweging
By Irene on 30 september 2022, in ClientenbewegingWaar komt de cliëntenbeweging vandaan en waar bouwt zij op voort? Met die vraag openden de organisatoren van de bijeenkomst “Crisis in de ggz: een kans voor de clientenbeweging?” de discussie over hoe van de idealen van de cliëntenbeweging nu eindelijk echt werk kan worden gemaakt voor samenlevingsbrede aanpak ten behoeve van psychisch kwetsbare burgers.
Ter gelegenheid van hun afscheid van MIND organiseerden Steven Makkink en Nic Vos de Wael op 7 september 2022 in Utrecht de talkshow “Crisis in de ggz”. Samen met een betrokken publiek wilden ze op een rij krijgen hoe de cliëntenbeweging de huidige crisis in de ggz kan ombuigen tot een kans om de vele ideeën en idealen die sinds jaar en dag leven in de beweging nu eindelijk duurzaam werkelijkheid te maken.
Mooi vond ik dat ze de eerste helft van hun programma wijdden aan de geschiedenis van de cliëntenbeweging. Weten waar de beweging vandaan komt en waar zij op voortbouwt, dat ben ik hartgrondig met ze eens, is essentiële brandstof voor activisme. In de wetenschap heet dat “staan op de schouders van reuzen”. En wat een reuzen betraden hier het podium: mensen als Huub Beijers, een van de drijvende krachten achter het Rotterdamse Basisberaad in de jaren 80 en 90; Marlieke de Jonge, de al ongeveer even lang actieve uitvindster van de functie van cliëntdeskundige in de jaren 90; en Gee de Wilde, begin deze eeuw een van de geestelijk vaders van MIND. MIND zette voor deze gelegenheid een reeks interessante opiniestukken van de genodigden op haar website, nog steeds zeer de moeite waard om te lezen.
Tot mijn grote vreugde was onder de talkshowgasten ook Petra Hunsche, de belangrijkste geschiedschrijver van de cliëntenbeweging. Haar blik op deze historie verwoordde ze hier. En natuurlijk kreeg zij op het podium de vraag te beantwoorden waarom dat eigenlijk belangrijk is, geschiedenis. De geschiedenis van de cliëntenbeweging geeft inzichten waar de beweging vandaag nog steeds profijt van kan trekken, was de strekking van haar antwoord. Als voorbeeld gaf ze het opereren van de overheid, waarvan de lange lijnen zich openbaren als je maar ver genoeg terugkijkt – dat helpt je als beweging onderscheiden waar je mee te maken hebt.
Uit “De strijdbare patiënt” (2008) – een klassieker waar ik veel aan heb voor mijn eigen onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse naastenbeweging in de psychiatrie – blijkt dat ook. Voor dat boek interviewde Petra activisten uit de jaren 60, 70, 80 en 90, uit de hoogtijdagen van de cliëntenbeweging. Die interviews lardeerde ze met kaders over de organisaties en activiteiten die de beweging vorm gaven, en het beleid, de omstandigheden en de tijdgeest waarop zij reageerden. Een nieuw boek, over de recente geschiedenis van de herstelbeweging, is in aantocht.
Ja, inderdaad, dacht ik, terugkijken in de geschiedenis leert je ook de spelers kennen waar je als beweging mee te maken hebt. De discussies die toen ook al gevoerd werden, de valkuilen die je vandaag wellicht ook nog tegenkomt. Geschiedenis is niet alleen maar voor de leuk, het is voor de cliëntenbeweging ook een mogelijke bron voor het bepalen van de strategie van vandaag.